Jarenlang stond ik op 150% aan
“Doe maar, ga maar, probeer maar”. Farah hoort deze stimulerende woorden vaak als kind. Haar jeugd in een Noord-Hollands dorp is onbezorgd en het gezin waarin ze samen met haar broer opgroeit is hecht en voelt veilig en beschermd. Haar lieve, zachtaardige en elegante moeder. Haar vader: trots en vol met dromen. Farah is drie jaar als ze aankomt in Nederland nadat haar ouders gevlucht zijn uit Irak. Het gezin wordt met open armen ontvangen in het dorp. Er is muziek in huis, haar moeder maakt van elke dag een feestje. Kleine, vrolijke, dromerige Farah danst in de woonkamer op haar roze wolk.
“Dan barst de veilige bubbel ineens”
Als ze achttien jaar is, moet ze noodgedwongen afscheid nemen van haar veilige bubbel. Een aantal gebeurtenissen dwingen haar van haar roze wolk te komen en de hardheid van het leven in de ogen te kijken. Allereerst krijgt Farah’s vader de diagnose PSMA, een vertakking van de dodelijke spierziekte ALS. Zes jaar lang takelt hij iedere dag een beetje verder af. Farah, haar broer en haar moeder staan machteloos aan de zijlijn. De impact die de ziekte van haar vader heeft op de keuzes die Farah later maakt, is groot.
In hetzelfde jaar start ze met een studie aan een hbo-opleiding in Utrecht. Het is de studie van haar dromen en ze begint vol enthousiasme. Maar gaandeweg ontstaan ook hier barsten wanneer ze niet door mag naar het tweede jaar. Haar eerste studiejaar begint in het teken te staan van afwijzing: het lukt haar niet aansluiting te vinden met de meiden in haar klas. Ze hoort er voor haar gevoel “net niet bij.”. Te Nederlands voor de ene groep, te buitenlands voor de andere groep. Het is voor het eerst dat ze met haar uiterlijk en afkomst geconfronteerd wordt en voor het eerst dat ze zich ergens niet welkom voelt. En dat doet pijn. De eerste stappen die ze echt alleen heeft gezet, zonder de bescherming van haar gezin of vriendinnen, voelen als een mislukking. Het maakt haar onzeker. Over wat ze kan. Over wat ze wil. Ze vraagt zichzelf af: “Doe ik deze studie eigenlijk echt voor mezelf of voor mijn omgeving?”. Farah weet niet wat ze moet doen. Haar vader wordt steeds zieker en wil het liefst dat ze dicht in zijn buurt is. Ze twijfelt. Zal ze voor hem gaan zorgen in plaats van verder te gaan met studeren?
Haar moeder is echter heel resoluut: “Jij moet op zoek naar een andere studie”. Haar vader gaat daarin mee. In Amsterdam vindt ze een nieuwe studie waar alles op zijn plek valt. Het multiculturele Amsterdam past haar als een jas, ze voelt zich er thuis, net als op haar opleiding. Hoezeer de grote stad ook lonkt, ze kiest er toch voor om thuis in het dorp te blijven wonen en naast haar studie samen met haar moeder voor haar vader te zorgen. Farah vertelt “Ik ben in die jaren echt een expert geworden in het scheren van mijn vaders baard en snor.” Haar broer woont voor zijn studie in een andere stad, maar komt ieder weekend om te helpen.
“Ik stond voor honderdvijftig procent aan”
Het zijn intense jaren. Farah staat voor honderdvijftig procent aan. Overdag gaat ze naar school, thuis werkt ze aan opdrachten, leert ze voor tentamens en schrijft ze brieven aan de gemeente en zorginstellingen voor extra ondersteuning. Ze probeert alle ballen tegelijk in de lucht te houden. Ze is het luisterend oor voor haar moeder en ondersteunt haar waar ze kan. Ze kijkt films met haar vader en probeert het gezellig voor hem te maken. Ze is zijn ‘zonnetje’; haar enorme optimisme maken het voor hem makkelijker de frustratie van zijn ziekte te dragen. Bovendien staat ze ook altijd klaar voor haar vriendinnen als ze haar nodig hebben. Aan alle kanten wordt aan haar getrokken. Dat is pittig, maar ondanks alle omstandigheden, blijft Farah overeind staan. Als ze erop terugkijkt, herkent ze die veerkracht bij haar ouders. Ze hebben enorme dingen geriskeerd om hun gezin in veiligheid te laten opgroeien. Ze zijn vaak gevallen, maar altijd weer opgestaan en er sterker uitgekomen. Hoe lastig Farah’s eigen situatie dus ook is, het geeft haar ook belangrijke inzichten. Ze ziet in dat iets niet afmaken ook oké is. Dat er altijd andere opties zijn. Dat die andere mogelijkheden bij nader inzien misschien wel beter bij je passen. Dat iedereen wel eens heftige dingen meemaakt. Dat je mag vallen. En dat je pijn mag voelen.
Ze realiseert zich ook dat ze veel liefde geeft aan anderen en dat dat soms ten koste gaat van zichzelf. Dat ze regelmatig onderschat wordt door haar kleine postuur en lichte stem. Ze heeft een enorme behoefte om iets stoers voor zichzelf te doen. Even niet meer te zorgen. Ze wil naar New York. Daarover fantaseert ze al als achtjarig meisje. Vlak voordat haar vader overlijdt zegt hij: “Ga ervoor, ga naar New York, doe het.”. Als hij is overleden, koopt ze een ticket en vertrekt. In haar eentje.
“Ik hoop dat hij past op de deur van de hemel”
In New York gaat Farah naar het chique Tiffany & Co, waar de openingsscène van de romantische comedy “Breakfast at Tiffany’s” uit 1961 is opgenomen (met haar idool Audrey Hepburn in de hoofdrol). Farah houdt van mooie sieraden en ze heeft een speciale reden om naar deze beroemde winkel te gaan: het kopen van een hangertje van een sleutel, hét symbool van Tiffany’s. Bij het kopen van zo’n hangertje hoort een prachtig ritueel: het delen van je eigen persoonlijke verhaal. Als Farah haar oog heeft laten vallen op een schitterend sleuteltje met diamantje, deelt eerst de verkoopster haar verhaal. Daarna is het aan Farah om haar verhaal te vertellen. De verkoopster vraagt Farah of het hangertje bedoeld is om iets af te sluiten in haar leven, of juist om nieuwe deuren te openen. Farah is in tranen als ze vertelt dat haar vader net is overleden en dat ze hoopt dat het sleuteltje past op de deur naar de hemel.
“Ik ben zo sterk geworden”
Dit moment bij Tiffany’s en het ritueel daar omheen geeft Farah een enorme boost aan zelfvertrouwen. Ze heeft iets bereikt, een droom verwezenlijkt die ze al heel lang had. En belangrijker nog, ze heeft het helemaal alleen gedaan, op eigen kracht. Alleen, maar op de achtergrond altijd met de onvoorwaardelijke steun en liefde van haar ouders, broer en vriendinnen.
Als ze weer in Nederland is haalt ze haar rijbewijs, koopt een auto en krijgt door haar harde werken versneld een vaste baan in haar geliefde Amsterdam. De dag voor haar zesentwintigste verjaardag koopt ze haar eigen huis. Ze is trots op hoe ze groeit. Hoe ze van die kleine, schattige, beschermde Farah een sterke, onafhankelijke vrouw aan het worden is. Met de kracht, moed en levenslust van haar moeder. Met de elegantie en mensgerichtheid van haar idool en actrice Audrey Hepburn. Met de doelgerichtheid en het doorzettingsvermogen van haar vader.
“In plaats van mezelf onzichtbaar te maken, ging ik uitdagingen aan”
Toen Farah nog studeerde had ze een enorme angst om te presenteren. Ze zag het echter als een uitdaging en greep iedere gelegenheid aan om een presentatie te geven, hoe eng ze het toen ook vond. Het is kenmerkend voor hoe ze in het leven staat: ergens bang voor zijn, maar het dan toch doen. En nu geniet ze zelfs van dat podium en gebruikt ze het om haar mening te laten horen. Om anderen te inspireren. Om liefde te geven. Daarbij bewaakt ze wel steeds beter haar eigen grenzen. Zodat ze niet alleen maar aan anderen geeft, maar ook liefde voor zichzelf overhoudt. Haar volgende doel heeft ze ook al gesteld: anderen helpen hun kracht te vinden. Dingen te doen die ze eigenlijk niet durven. Ze stimuleren zichzelf te vinden. En dat allemaal onder het motte: “Ga maar, doe maar, probeer maar.”.
Ben je ook onder de indruk van het verhaal van Farah?
We vinden het heerlijk om te lezen hoe onze @sterkemeisjes jou inspireren, ontroeren of misschien wel inzichten bieden. Want boven alles, schrijven we deze verhalen voor jou. En hopen we je daarmee een stapje verder te helpen. Je minder alleen te laten voelen. Of je gewoon een fijne middag te bezorgen. Voel je de behoefte om ons en alle @sterkemeisjes te laten weten wat de verhalen met je doen? Dat kan en vinden we heel erg leuk!